· 

Japandi: de perfecte mix tussen Japans en Scandinavisch

Japandi: de perfecte mix tussen Japans en Scandinavisch

Elke paar jaar is er weer een nieuwe interieurtrend. En eerlijk gezegd zijn de meeste na een tijdje weer verdwenen. Maar Japandi? Dat is een blijvertje. Het is geen tijdelijke hype maar een doordachte combinatie van twee sterke design tradities die elkaar verrassend goed aanvullen.

Japandi keuken: de perfecte mix tussen Japans en Scandinavisch

Hoe is Japandi ontstaan?

De naam zegt het eigenlijk al: Japandi is Japan plus Scandinavië. Klinkt als een vreemde combinatie misschien, maar het klopt perfect. Ongeveer 150 jaar geleden ging Japan zich openstellen voor het Westen. Er ontstonden culturele uitwisselingen met Europa, vooral met de Scandinavische landen. Wat bleek? Die culturen hadden veel meer gemeen dan je zou denken. De Japanse wabi-sabi filosofie, waarin schoonheid zit in eenvoud en onvolmaaktheid, paste precies bij het Scandinavische hygge. Dat Deense begrip gaat over gezelligheid, warmte en je thuis voelen in je eigen huis. En zo ontstond Japandi: het beste van twee werelden. De rust en eenvoud van Japan, gecombineerd met de warmte en huiselijkheid van Scandinavië.

Hoe herken je een Japandi keuken?

Loop je een Japandi keuken binnen, dan voel je direct de rust. Dat komt door verschillende dingen. Allereerst: alles is strak en recht. Geen onnodige details of versieringen. Alles heeft een functie, niks is er zomaar. Maar koud voelt het niet. Dat komt door de materialen. Waar moderne keukens soms wat kil kunnen overkomen door al dat glas en staal, brengt Japandi warmte door natuurlijke materialen. Hout vooral, maar ook bamboe, natuursteen en keramiek. Een kookeiland in Japandi-stijl combineert die strakke lijnen met de warme uitstraling van hout. Elk onderdeel is bewust gekozen, zowel om hoe het eruitziet als om wat het doet.

Kleuren: rustig en natuurlijk

Felle kleuren? Vergeet het maar. In een Japandi keuken draait alles om zachte, natuurlijke tinten. Beige, zandkleuren, lichtgrijs, verschillende tinten wit. Die vormen de basis en zorgen voor rust. Daarnaast heb je de warme tinten van hout. Van licht eiken tot iets donkerder walnoot. Die kleuren halen de natuur naar binnen en maken je keuken uitnodigend. Voor contrast gebruik je donkere accenten: antraciet, grafiet, matzwart. Maar niet te veel. Zo'n 20 procent van je keuken mag donker zijn, de rest licht. Anders verdwijnt die rust weer.

De materialen maken het verhaal

Bamboe is hot in Japandi keukens. Het heeft een unieke uitstraling met van die subtiel kleurverschillen en mooie nerven. En bamboe groeit snel, dus het is ook nog eens duurzaam. Eikenhout is ook populair. Vooral de lichte of vergrijsde varianten. En het hout mag best wat onregelmatigheden hebben - knoesten, kleurverschillen. Dat hoort bij wabi- sabi: imperfectie is juist mooi. Voor je werkblad kies je het liefst natuursteen of keramiek. Composiet kan ook, zolang het maar mat en natuurlijk oogt. Glimmende oppervlakken horen niet thuis in een Japandi keuken. Die rust die je wilt, wordt verstoord door te veel glans.

Geen handvatten nodig

Typisch voor een Japandi keuken zijn de greeploze kastjes. Zonder handvatten krijg je een strakke, rustige uitstraling. Je opent de kastjes met een lichte druk - push-to-open heet dat. Dit is niet alleen mooi, het is ook gewoon praktisch. Geen handvatten betekent geen plekken waar vuil zich kan ophopen. Schoonmaken gaat veel makkelijker. En veilig is het ook, vooral met kleine kinderen die zich niet kunnen bezeren aan uitstekende grepen. Afgeronde hoeken zie je ook steeds meer. In plaats van scherpe hoeken kies je voor een zachte ronding. Dat maakt je keuken vriendelijker zonder die strakke lijnen te verliezen.

Licht is cruciaal

Verlichting kan je keuken maken of breken. Overdag wil je zoveel mogelijk daglicht. Grote ramen dus, zonder dikke gordijnen. Heb je toch privacy nodig? Kies dan lichte, transparante stoffen in natuurkleuren. 's Avonds ga je voor zachte, indirecte verlichting. Hanglampen van bamboe, riet of linnen passen perfect. Ook subtiele spots in het plafond of LED-strips onder je bovenkastjes werken goed. Belangrijk: geen koud wit licht. Ga voor warm wit. Dat versterkt de natuurlijke tinten van hout en steen.

Versier met mate

Bij Japandi geldt echt: minder is meer. Dat betekent niet dat je keuken leeg moet zijn, maar wel dat elk item bewust gekozen is. Open planken kun je gebruiken voor een paar mooie spullen: aardewerken kommen, een houten snijplank, glazen potten met pasta of rijst erin. Vermijd vooral veel kleine dingen. Dat geeft onrust. Beter drie grote, mooie items dan tien kleine dingetjes. Denk aan een vaas met één tak erin, een grote keramische schaal, of een set handgemaakte mokken die je elke dag gebruikt.

Het moet wel praktisch blijven

Bij alle aandacht voor hoe het eruit ziet, verlies je bij Japandi nooit het praktische uit het oog. Je keuken moet fijn werken. Slimme opbergoplossingen zorgen ervoor dat alles netjes georganiseerd is. Lades met indeling, verborgen kasten, grote voorraadkasten. Apparatuur verstop je liever. Een oven die opgaat in je kastenwand, een kookplaat met geïntegreerde afzuiging. Zo blijft het geheel rustig en strak.

Waarom Japandi zo lang mooi blijft

Het mooie van Japandi is dat het geen voorbijgaande trend is. Door de eenvoud en de neutrale kleuren blijft het jarenlang mooi. En omdat het zo ingetogen is, kun je het ook nog eens combineren met andere stijlen. Een vleugje industrieel? Kan. Meer richting puur Scandinavisch? Ook goed.

Reactie schrijven

Commentaren: 0